Terug naar het overzicht  

Arbeid als sleutel tot integratie

Ook artikel 60 is een belangrijk activeringsinstrument. WerkVormen trok naar Aalst voor een gesprek met Wim Leerman, secretaris van de stad en het OCMW, om te horen wat deze maatregel precies inhoudt en op welke manier deze ingezet wordt.

WV: We horen soms dat artikel 60 er niet in slaagt mensen echt te activeren en verworden is tot  een manier om personen van leefloon naar werkloosheidsuitkering door te sluizen.  In welke mate klopt dit en kan dit verder omgevormd worden tot een echt activeringsinstrument?

Wim: Qua perceptie klopt dat. Het staat zelfs letterlijk zo in de OCMW-wetgeving. Een OCMW mag via art. 60 §7 iemand slechts tewerkstellen gedurende de periode die voor de tewerkgestelde persoon nodig is om recht te krijgen op een volledige sociale uitkering. Het OCMW stopt de art. 60-tewerkstelling dus sowieso vanaf het moment dat men die rechten heeft opgebouwd. Bovendien moet de persoon in kwestie ook een aantal tewerkgestelde dagen opbouwen binnen een bepaalde referentieperiode. Een artikel 60-er zal dus nooit halftijds kunnen werken, aangezien hij/zij dan nooit het vooropgestelde aantal dagen kan halen binnen de referentieperiode.

Het lijkt er dus op dat we mensen gewoon zo snel mogelijk in artikel 60 willen stoppen, zodat we ze niet meer als leefloners ten laste hebben nadat ze in regel zijn. In de praktijk klopt dat uiteraard niet. We willen dat mensen duurzaam geactiveerd worden in functie van een menswaardig bestaan. En daartoe nemen we verschillende maatregelen, zoals bijvoorbeeld de voor- en natrajecten. Voor we iemand in artikel 60 steken, kan dat bijvoorbeeld gaan om een taalcursus, een ontwenningskuur, vrijwilligerswerk om goede arbeidsattitudes aan te leren (vb. op tijd komen),…  Eindeperiodetrajecten (bij afloop van een artikel 60) kunnen gaan over sollicitatietraining, sollicitatiebrieven schrijven, competentieontwikkeling,…  Het is voor ons belangrijk dat mensen ook na afloop van hun artikel 60-traject geactiveerd blijven.

Ik heb er even de cijfers bijgenomen: in Aalst komt 50% van de mensen die hun tewerkstellingsperiode in het kader van artikel 60 uitgedaan hebben, terecht op een werkloosheidsuitkering. Dat is veel, maar dat betekent dat de andere 50% wél een duurzame job gevonden heeft of op een andere manier geactiveerd werd (bijvoorbeeld in een opleidingstraject).

Onderzoek heeft wel uitgewezen dat de doorstroom in het kader van artikel 61 veel hoger ligt. Die maatregel wordt veel minder gebruikt, maar werkt beter. Artikel 61 vergt een betere inbedding op de werkplaats. Het gaat niet om mensen die een aantal dagen komen meedraaien om met hun aantal dagen in orde te zijn, maar om mensen die goed omkaderd en opgevolgd worden op de werkplaats met het oog op verdere tewerkstelling.

Lees hieronder het volledige artikel.

Gepubliceerd op: 13-06-2016